VVD Hattem op werkbezoek bij Jacob van Emst


In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart gaat VVD Hattem geregeld op werkbezoek. Afgelopen zaterdag was een delegatie van de lokale liberale partij te gast bij Jacob van Emst, een veehouder aan de Hoenwaardseweg, die zich daarnaast ook toelegt op agrarisch natuurbeheer.

Naast lijsttrekker Erik Kleinpenning waren ook Rosmarijn Boender en Marnix Jansen, respectievelijk nummer 3 en nummer 4 op de kandidatenlijst, en Tweedekamerlid Thom van Campen te gast bij Van Emst. Van Campen is in de Tweede Kamer voor de VVD woordvoerder voor o.a. Landbouw, Stikstofproblematiek en Voedselkwaliteit terwijl, Rosmarijn Boender als Statenlid van Provincie Gelderland o.a. Landbouw en Natuur in haar portefeuille heeft. Van Emst hield een vurig betoog over, zoals hij het noemt, ‘omgevingslandbouw’. Dat houdt in dat hij als boer met open blik op zijn omgeving kijkt hoe hij zijn bedrijf kan ontwikkelen, rekening houdend met die omgeving. Zo werkt hij intensief samen met het Geldersch Landschap en speelt zo een belangrijke rol in het behoud van de weidevogels.

Als bestuurslid van Netwerk Grondig zit Van Emst vaak aan tafel met de landelijke en de provinciale politiek om de belangen van de grondgebonden melkveehouders te behartigen (ca 25% van het totaal aantal agrariërs). ). In Hattem is hij betrokken bij de ontwikkeling van het gebiedsproces Hoenwaard 2030. Het doel is om een nieuwe zomerkade aan te leggen, natuur- en wateropgaves realiseren, landbouw door te ontwikkelen en recreatiemogelijkheden te vergroten. En natuurlijk heeft hij te maken met vraagstukken in het buitengebied rondom klimaat (zonnepanelen op het dak i.p.v. windmolens?), lege stallen in de omgeving (risico op ondermijning), waterbeheer en -veiligheid (denk aan de breuk in de zomerdijk afgelopen zomer). Volgens Kleinpenning zijn er dus genoeg aanknopingspunten om vaker met elkaar in gesprek te gaan. “Van Emst is in mijn ogen een voorbeeld voor alle agrarische ondernemers. Hij heeft een duidelijk verhaal, wil meedenken op nationaal en lokaal niveau en integreert natuurgebieden in zijn bedrijfsvoering.”